Paneelspanningen

Paneelspanningen verwijst naar de spanning die aanwezig is op elektrische panelen of op panelen binnen een systeem, gemeten aan de terminals van de betreffende panelen. Het begrip kan zowel slaan op de spanningen in een gebouwkundig verdeelpaneel als op de spanningen in de bekabeling van een zonnepaneel-/ PV-systeem of andere besturingspanelen. De exacte spanningswaarden hangen af van het toepassingsgebied en de geldende normen.

In woning- en utilitaire installaties zijn typische waarden vaak lijn-naar-nul en lijn-naar-lijn spanningen van respectievelijk circa 230 volt en circa 400 volt bij driefasige systemen. Voor DC-paden in zonnepaneleninstallaties gelden andere kenmerken: de DC-spanningen op de string- of bekangels kunnen variëren van enkele tientallen tot honderden volt, en bij moderne grootschalige systemen kunnen spanningen oplopen tot ongeveer 1.000 volt DC of hoger afhankelijk van het ontwerp en de regelgeving. De paneelspanningen bepalen mede welke kabel- en bijbehorende componenten nodig zijn, en welke beveiliging en aarding vereist is.

Metingen van paneelspanningen gebeuren met geschikte meetapparatuur en meestal onder veilige, uitgeschakelde toestand, eventueel met bevestigde Lockout/Tagout-procedures. Apparatuur en materialen moeten gecertificeerd zijn voor de betreffende spanning en moeten voldoen aan relevante normen en lokale voorschriften, zoals IEC-standaarden en nationale regels voor laag- en middelenspanningsinstallaties.

Samengevat zijn paneelspanningen een cruciale factor bij het ontwerp, de installatie en de veilige werking van elektrische panelen en systemen.