Home

Leontieffuncties

Leontieffuncties, genoemd naar de econoom Wassily Leontief, beschrijven relaties met vaste inputverhoudingen en veronderstellen geen substitutie tussen de inputs. In de productieanalyse wordt een Leontief-productiefunctie vaak geschreven als y = min{ a1 x1, a2 x2, ..., an xn }, of equivalenter y = min{ x1 / c1, x2 / c2, ..., xn / cn }. Hier geven de constants ai of ci de inputvereisten per eenheid output aan. De output is beperkt door de schaarste input, zoals de minst beschikbare verhouding van input tot output. De isoquanten zijn L-vormig, wat perfecte complementariteit aanduidt: extra van één input werkt pas als de overige inputs in de juiste verhoudingen toenemen.

Leontief wordt ook toegepast in de consumententheorie: Leontief-voorkeuren of utiliteitsfuncties hebben de vorm U(x) = min{ x1

Belangrijke eigenschappen zijn onder meer nul substitueerbaarheid, concaviteit en homogeniteit van graad één in de inputs,

/
α1,
...,
xn
/
αn
}
(of
equivalenter
U(x)
=
min{
β1
x1,
...,
βn
xn
}),
wat
impliceert
dat
goederen
perfecte
aanvullingen
zijn
en
extra’s
van
één
goed
de
utiliteit
pas
verhogen
bij
proportionele
toename
van
alle
goederen.
en
niet-differentiabiliteit
bij
kinkpunten.
Praktisch
wordt
een
Leontief-model
veel
gebruikt
in
input–outputanalyse
en
als
eenvoudig
referentieschema
voor
industrieën
met
vaste
verhoudingen.
Beperkingen
zijn
onder
meer
het
ontbreken
van
substitutie
tussen
inputs
en
het
soms
onrealistische
veronderstellen
van
constante
verhoudingen;
in
de
praktijk
worden
vaak
nabij-Leontief-
of
Cobb-Douglas-aanpassingen
toegepast
om
flexibiliteit
en
schaalmogelijkheden
te
introduceren.