Kalifaten
Kalifaten zijn politieke-religieuze staatsvormen in islamitische geschiedenis die worden geleid door een kalief, die wordt gezien als opvolger van de profeet Mohammed en als leider van de ummah, de wereldwijde moslimgemeenschap. De kalief beschikt over zowel politieke als religieuze autoriteit, maar de precieze bevoegdheden en de legitimatie variëren door tijd en stroming. De oorsprong ligt in de periode na Mohammeds overlijden in 632, met de eerste vier rechtgeleide kaliefen: Abu Bakr, Umar, Uthman en Ali. Vervolgens ontstonden grote kalifaten die over grote delen van de islamitische wereld regeerden, zoals het Umayyadenkalifaat (661-750) en het Abbasidische kalifaat (750-1258). In Noord-Afrika en het westen van de Middellandse Zee ontstond het Fatimide kalifaat (909-1171). In de 16e eeuw verwierf de Ottomaanse sultan de titel van kalief en werd zo de religieuze autoriteit van een groot deel van de islamitische wereld, met het Ottomaanse Kalifaat (1517-1924). Na de afschaffing van het kalifaat door de Turkse Republiek werd het staatskalifaat formeel beëindigd, hoewel sommige groepen sindsdien de titel hebben geclaimd of geprobeerd een nieuw kalifaat te vestigen.
Vandaag de dag wordt de term kalifaat in debat gebruikt in geopolitieke en academische contexten. Vele moslimgeleerden