Geleefd
Geleefd is de Nederlandse past participle van het werkwoord leven, wat “to live” betekent. In zinnen die de voltooide tijd uitdrukken, wordt geleefd meestal gebruikt met het hulpwerkwoord hebben: ik heb geleefd, jij hebt geleefd, hij heeft geleefd. Voorbeelden: ik heb jarenlang geleefd in verschillende landen; zij heeft in Frankrijk geleefd.
Etymologisch gezien is geleefd een gevormd participium: ge- prefix, stam van leef- en de uitgang -d, conform
Geleefd kan ook als bijvoeglijk naamwoord voorkomen en dan de betekenis dragen van “ervaringrijk” of “veel geleefd”
In vergelijking met andere vormen van het werkwoord leven bestaat geleefd uitsluitend als participium en als
Zie ook: Leven (werkwoord), Past participle, Nederlandse grammatica.
---