Gedichten

Gedichten zijn literaire teksten in versvorm. Ze bestaan uit regels die bij elkaar horen in strofes en raken vaak aan emoties, beelden of ideeën in compacte taal. Gedichten onderscheiden zich door ritme en klank; rijm kan aanwezig zijn, maar veel moderne poëzie werkt met vrije verzen waarin geen vast metrum geldt.

Vormen en technieken: Gedichten kunnen vaste vormen kennen, zoals sonnetten en balladen, maar ook vrije verzen en experimentele vormen. Ze maken gebruik van beeldspraak (metaforen, vergelijkingen), klankfiguren (alliteratie, assonantie) en ritme. De lay-out op de pagina en de plek van regel- en stanza-eindes dragen bij aan de betekenis.

Traditie en taal: De Nederlandse en Vlaamse poëzie kent een lange geschiedenis, van middeleeuwse en vroegmoderne gedichten tot de Gouden Eeuw en de moderne en hedendaagse poëzie. Thema’s variëren van liefde en natuur tot maatschappelijke kwesties en persoonlijke identiteit. Poëzie kan alledaags taalgebruik combineren met abstracte of symbolische taal.

Publicatie en lezen: Gedichten worden gepubliceerd in bundels, tijdschriften en bloemlezingen, en gedeeld via poëzie-evenementen en lezingen. Met de opkomst van het internet en sociale media is ook korte poëzie en spoken word/slampoëzie populair geworden, met performatieve en visuele elementen.

Zie ook: Poëzie, Sonnet, Ballade, Vrije verzen.