Endoscopie

Endoscopie is een medisch onderzoeks- en behandelingsprocedure waarbij een endoscoop – een lange, flexibele of stijve buis met camera, licht en meestal ook instrumenten – via een natuurlijke opening of een kleine incisie in het lichaam wordt gebracht om inwendige organen te visualiseren en soms te behandelen. Het doel is diagnostiek, therapeutische ingrepen en follow-up van aandoeningen die anders moeilijk toegankelijk zijn.

Er bestaan verschillende typen endoscopieën, afhankelijk van de regio en het doel. Gastroscopie (EGD) onderzoekt de slokdarm, maag en het eerste deel van de dunne darm. Coloscopie onderzoekt de dikke darm en kan ook poliepen verwijderen. Bronchoscopie onderzoekt de luchtwegen. Cystoscopie bekijkt de blaas. Arthroscopie wordt toegepast bij gewrichtsproblemen en omvat meestal kleinere ingrepen. Moderne endoscopieën maken gebruik van video-imaging, high-definition apparatuur en geavanceerde instrumenten voor diagnostiek en therapie.

Tijdens de procedures kunnen artsen weefselmonsters afnemen (biopsie), poliepen verwijderen, bloedingen stoppen, stents plaatsen of drainage verzorgen. De meeste endoscopieën worden uitgevoerd onder lokale verdoving of sedatie, soms onder algehele anesthesie. Voorafgaande voorbereiding omvat nuchter blijven en afstemming van medicatie. Complicaties zijn zeldzaam maar kunnen perforatie, infectie of bloedingen omvatten. De risico's variëren per type procedure en aandoening.

Endoscopie vereist gespecialiseerde training en wordt uitgevoerd door gastro-enterologen, longartsen, urologen of orthopedisch chirurgen, afhankelijk van het type onderzoek. De techniek heeft de afgelopen decennia een belangrijke rol gespeeld in diagnose en minimaal invasieve behandeling, en verdere ontwikkelingen richten zich op betere beeldkwaliteit, minder invasiviteit en AI-ondersteunde beoordeling.