Eenmalig

Eenmalig is een Nederlands woord dat als bijvoeglijk naamwoord en als bijwoord wordt gebruikt en betekent letterlijk "voor één keer" of "eenmalig". Het duidt aan dat iets slechts op één gelegenheid voorkomt, geldt of plaatsvindt en niet herhaald wordt. Het woord wordt vaak toegepast op acties, regelingen of bedragen die eenmalig zijn in plaats van terugkerend.

Etymologie en vormgeving: het is opgebouwd uit het deel een, het woord maal (betekenis keer) en het achtervoegsel -ig, waarmee het een bijvoeglijk of bijwoordelijk karakter krijgt. In de praktijk wordt het meestal geschreven als één woord: eenmalig. Soms wordt ook aangegeven met accentuele varianten zoals eenénmalig of éénmalig, vooral om nadruk of correctie in oudere teksten aan te geven.

Gebruik en betekenis in tekst: in financiën, beleid en contracten wordt eenmalig gebruikt om aan te geven dat een betaling, korting, subsidie of tegemoetkoming slechts éénmaal plaatsvindt. Bijvoorbeeld een eenmalige korting bij aanschaf, of een eenmalige bijdrage in een subsidieprogramma. In juridische of contractuele contexten benadrukt het dat de regeling niet herhaald wordt en geen terugkerende verplichting schept.

Zie ook en verwante termen: tegenhangers zijn periodiek, herhaaldelijk of regelmatig, die verwijzen naar terugkerende of meerdere keren voorkomende toepassingen. Synoniemen zijn onder meer ad hoc-kadering of éénmalig toegekend, afhankelijk van de context.