verenig
Verenig is a Dutch verb meaning to unite or bring together into a single entity. It is the infinitive form of verenigen, and is commonly used in formal, political, or organizational contexts. The past participle is verenigd, as in "de gemeenten zijn verenigd." The present-tense forms include ik verenig, jij verenigt, wij verenigen, and zij verenigen, with corresponding plural forms used in sentences about collective action.
Etymology and related forms: verenig originates from Middle Dutch verenigen, built from veren- (to join) with
Usage and nuance: In modern Dutch, verenig is used to describe the act of uniting groups, positions,
- De twee partijen besloten zich te verenigen tot één partij.
- Het kabinet probeert de verschillende standpunten te verenigen in een nieuw beleid.