teruggeblikt

Teruggeblikt is de voltooide deelwoord van het Nederlandse werkwoord terugblikken, dat betekent terugkijken of iets herzien. Het geeft aan dat iemand in het verleden op gebeurtenissen heeft teruggeblikt of die heeft besproken. In de praktijk komt teruggeblikt vooral voor in nieuws- en mediawerk, in historische of samenvattende teksten, en in programma’s die een retrospectieve blik op het verleden bieden.

Etymologisch is teruggeblikt samengesteld uit terug (naar achteren) en blikken (kijken). Het voltooid deelwoord wordt onder andere gebruikt met het hulpwerkwoord hebben in voltooide tijdsvormen, bijvoorbeeld: “We hebben teruggeblikt op het jaar,” en kan ook in passieve of quasi-passieve constructies voorkomen, zoals “Er werd teruggeblikt op de gebeurtenissen.”

Het gebruik is breed, maar veelvoorkomend in contexten waarin samenvattingen, evaluaties of retrospectives worden gepresenteerd. Een veel voorkomende uitdrukking is “teruggeblikt op” gevolgd door de focus van de reflectie, bijvoorbeeld op een jaar, een evenement of een beleid. Daarnaast kan teruggeblikt ook als participiaal bijvoeglijk naamwoord dienen in zinsdelen zoals “teruggeblikt overzicht” of in andere compacte formuleringen die verwijzen naar een reflecterend verslag.

Zie ook: terugblik, terugkijken, terugblikken. Het concept is nauw verwant aan het Engelse retrospective en wordt in Nederlandse media en literatuur vaak gebruikt om een overzicht of evaluatie van eerder verstreken gebeurtenissen aan te duiden.