Home

selectiviteitsprofielen

Selectiviteitsprofielen beschrijven het patroon van activiteit of voorkeur van een chemische stof over een reeks mogelijke doelwitten, reacties of omstandigheden. Ze geven inzicht in hoe gericht een verbinding is en waar zij mogelijk on-target en off-target effecten vertoont. Het profiel kan verschillende dimensies omvatten, zoals receptor- of enzymselectiviteit, chemische reactiviteit of katalytische voorkeur.

In farmacologie en medicijnontwikkeling wordt een selectiviteitsprofiel vaak verkregen door een stof te testen tegen panels

In de chemie en katalyse verwijst een selectiviteitsprofiel naar chemische selectiviteit: chemoselectiviteit, regioselectiviteit en vaak enantioselectiviteit.

Een belangrijke beperking is dat profielen sterk afhankelijk zijn van de gekozen targetpanels, assaycondities en het

van
biologische
targets
(bijv.
receptoren,
enzymen,
transporters).
Daarbij
worden
on-target
potentie
en
off-target
interacties
vastgesteld.
Belangrijke
meetwaarden
zijn
IC50,
Ki
of
EC50
per
target,
en
de
selectiviteitsindex
(SI),
meestal
uitgedrukt
als
de
verhouding
tussen
off-target
en
on-target
potentie.
Een
bredere
selectiviteitsvenster
en
duidelijke
afbakening
tussen
gewenste
en
ongewenste
interacties
dragen
bij
aan
een
betere
therapeutische
index
en
minder
bijwerkingen.
Visualisaties
zoals
heatmaps
of
radarplott
worden
soms
gebruikt
om
profielen
te
vergelijken.
Dit
wordt
bepaald
door
productverhoudingen,
regio’s
van
reactie
of
enantiomerie-excess
(ee).
Zulke
profielen
sturen
de
keuze
van
reagentia,
katalysatoren
en
reaction
conditions
en
helpen
bij
het
optimaliseren
van
rendement
en
zuiverheid.
model
(in
vitro
versus
in
vivo).
Daarom
moeten
extrapolaties
voorzichtig
worden
geïnterpreteerd
en
altijd
worden
gevalideerd
in
relevante
systemen.