Home

prioriteitsinherentieprotocol

Prioriteitsinherentieprotocol (PIP) is een veelgebruikte methode in real-time systemen om gedeelde bronnen te beschermen tegen prioriteitsinversie. Het doel is dat een hoog-prioriteits taak niet onnodig lang wordt geblokkeerd doordat een laag-prioriteits taak een bron vasthoudt, terwijl middel-prioriteits taken er tussenin kunnen komen.

Werking: wanneer een hoge-prioriteit taak een gedeelde bron wil verwerven die door een lagere-prioriteits taak wordt

Toepassingsgebied: PIP is vooral toegepast in uniprocessor real-time systemen met vaste prioriteiten en preëmptie. Voor multiprocessor

Voordelen en beperkingen: Voordelen zijn onder meer beperkte blokkeringstijden voor hoge-prioriteits taken en een relatief intuïtieve

Zie ook: priority ceiling protocol. Historisch gezien is PIP een kernprotocol uit de real-time scheduling literatuur,

vastgehouden,
krijgt
de
houder
tijdelijk
de
hoogste
relevante
prioriteit
onder
de
wachtende
taken.
De
houder
behoudt
deze
verhoogde
prioriteit
totdat
hij
de
bron
vrijgeeft.
Als
de
houder
op
een
andere
bron
wacht,
wordt
de
prioriteitsinhouding
doorgegeven
aan
die
bronhouder
via
de
keten.
Zo
wordt
de
duur
van
de
blokkade
beperkt
en
kan
de
hogere
taak
sneller
verder.
omgevingen
bestaan
varianten
en
aanvullende
regels,
omdat
naïeve
implementaties
kunnen
leiden
tot
deadlocks
of
suboptimale
prestaties.
werking.
Een
nadeel
is
dat
blokkering
voor
andere
taken
kan
toenemen
en
de
worst-case
analyse
complexer
wordt.
PIP
vereist
zorgvuldige
implementatie,
vooral
bij
lange
kritieke
secties
of
ketens
van
bronnen.
oorspronkelijk
geïntroduceerd
in
de
jaren
tachtig
en
sindsdien
breed
bestudeerd.