polijstmateriaal

Polijstmateriaal omvat de middelen die worden gebruikt bij het polijsten van oppervlakken om een vlakke, glanzende afwerking te bereiken. Het werkingsprincipe is het verminderen van microscopische onregelmatigheden door het verwijderen van materiaal op microniveau met behulp van fijne korrels in een drager of op een substantie die polijstdeeltjes bevat.

De belangrijkste typen polijstmateriaal zijn abrasieve media en polijstmiddelen. Abrasieve media bevatten korrels van materialen zoals aluminiumoxide of siliciumcarbide, en in sommige toepassingen diamanten, die in bindmiddelen zijn ingebed op media zoals schijven, wrijven van textiel of schuim. Polijstmiddelen bestaan uit vloeibare of pasta-achtige oplossingen waarin zeer fijne deeltjes voorkomen en die in combinatie met een polijstpad, vilt of doek worden toegepast. Daarnaast zijn er polijstpapieren en polijstschijven met afwisselende korreldiktes voor verschillende fasen van het werk, van grof tot extreem fijn.

De korrelgrootte (grit) bepaalt de snelheid van materiaalverwijdering en de eindafwerking: grovere korrels verwijderen sneller maar leveren een minder glad oppervlak op, terwijl fijnere korrels zorgen voor hogere glans. Een gebruikelijke aanpak is polijsten in fasen, van grof naar fijn, gevolgd door een afwerking met uiterst fijne korrels of polijstpasta. De keuze voor polijstmateriaal hangt af van het onderwerp, zoals metaal, glas, keramiek of kunststof, en van de gewenste oppervlaktekwaliteit en het gebruikte polijstgereedschap.

Veiligheid is een belangrijk aspect: bij polijsten kunnen stof, warmte, en gereedschapbelasting vrijkomen; passende persoonlijke beschermen en afzuiging zijn aan te raden.

Zie ook: slijpmiddelen, lapping, polijstmiddelen.