Home

korrelgrootte

Korrelgrootte, ofte vertaald als grain size, is de karakteristieke afmeting van deeltjes of korrels in een materiaal, sediment of poeder. Het concept wordt gebruikt om de grofheid of fijnheid van een stof te beschrijven en is van belang in geologie, bodemkunde, materiaalkunde en farmacie. Korrelgrootte kan verwijzen naar onder andere zandkorrels, mineralen in gesteente, of kristalletjes in polycrystal­lline materialen, en kan ook in beeldanalyse van granulatie voorkomen.

De grootteverdeling van korrels wordt op verschillende manieren gemeten. Voor grotere deeltjes wordt vaak siftaanpak gebruikt

Veelgebruikte maatstokken zijn onder andere d10, d50 en d90, waarbij d50 de mediaan (50% van de deeltjes

Bij rapportage wordt vaak een koppeling gemaakt tussen methode, monsterspecimen, voorbehandeling, en definities van grenswaarden en

(zeven),
terwijl
voor
fijnere
fracties
sedimentatiemetingen
of
waterige
innovaties
op
basis
van
Stokes’
wet
worden
toegepast.
Laserdiffusie
biedt
breed
bereik
en
snelle
metingen,
en
beeldanalyse
uit
micrografieken
kan
vorm
en
afmeting
specificeren.
Voor
kristallijne
materialen
levert
X-ray
diffractie
met
de
Scherrer-relatie
een
schatting
van
de
crystallite
grootte.
Gecombineerd
geven
deze
methoden
een
korrelgrootteverdeling.
kleiner
dan
deze
maat)
aangeeft.
De
span
(d90/d10)
geeft
de
breedte
van
de
verdeling
aan.
De
specifieke
maat
en
schaal
hangen
af
van
de
toepassing
en
van
de
meetmethode.
Grootte
beïnvloedt
eigenschappen
zoals
porositeit,
permeabiliteit,
sterkte
en
fasentransport,
evenals
optische
eigenschappen
en
sintergedrag
bij
keramiek
en
metallurgie.
eenheden,
aangezien
de
meetresultaten
afhankelijk
zijn
van
bemonstering
en
analysemethoden.