Home

onbruik

Onbruik is een zelfstandig naamwoord in het Nederlands dat verwijst naar de toestand waarin iets niet langer bruikbaar of functioneel is. Het kan slaan op materialen, gereedschappen, apparaten, gebouwen en zelfs op concepten die niet meer voor het oorspronkelijke doel kunnen worden gebruikt.

Etymologie en woordvorming: het woord is opgebouwd uit on- (ontkenning) en bruik (de basis van bruikbaar/bruikbaarheid).

Gebruik en toepassing: in de praktijk wordt gezegd dat een oud gereedschap in onbruik is geraakt of

Relatie met andere termen: tegenhanger van bruikbaar is onbruikbaar; bruikbaarheid en onbruikbaarheid zijn centrale concepten in

Zie ook: bruikbaarheid, in onbruik raken, veroudering.

Het
is
verwant
aan
uitdrukkingen
als
in
onbruik
raken.
Het
benadrukt
de
afwezigheid
van
bruikbaarheid.
dat
een
systeem
door
veroudering
niet
langer
bruikbaar
is.
In
beleid,
archieven
of
technologische
contexten
kan
onbruik
verwijzen
naar
middelen
die
niet
meer
kunnen
worden
ingezet
vanwege
defecten,
veiligheidsrisico’s
of
veroudering.
evaluatie
van
toestanden
en
prestaties.
Oorzaken
van
onbruik
zijn
onder
meer
veroudering,
slijtage,
defecten
en
veranderde
normen
of
vereisten
die
vervanging
noodzakelijk
maken.