mortelvoegen

Mortelvoegen zijn de ruimtes tussen stenen, bakstenen of blokken die gevuld worden met mortel om de elementen met elkaar te verbinden. Ze dragen bij aan de stabiliteit van een muur, verdelen de belasting, en zorgen voor waterafvoer en een zekere mate van bewegingsruimte tussen constructieonderdelen. Daarnaast dragen ze bij aan de weersbestendigheid en de duurzaamheid van het metselwerk.

Materiaal en constructie: Mortel voor voegen kan cementgebonden zijn, kalkgebonden of een combinatie daarvan. Moderne mortels bestaan meestal uit Portlandcement, zand en eventueel kalk, water en additieven. Kalkmortel werd vaak gebruikt in historische gebouwen vanwege een betere compatibiliteit met baksteen en een hogere waterdoorlatendheid. De keuze van mortel en de afstemming op het metselwerk beïnvloeden vochtregulatie, spanningsoverdracht en kans op scheurvorming.

Voegprofielen en esthetiek: Mortelvoegen kunnen verschillende profielvormen hebben. Het vlakvoeg is een rechte, platte voeg die veel voorkomt in moderne gevels. Een kepervoeg en andere geprofileerde voegen komen voor in historisch of decoratief metselwerk en kunnen waterafvoer verbeteren of een bepaald uiterlijk geven. Het gekozen profiel beïnvloedt zowel de waterbelasting als de onderhoudsactiviteiten zoals repointing.

Onderhoud en restauratie: Na verloop van tijd slijten voegen door uitzetten, krimpen, vorst of onderdrukking. Slecht onderhouden voegen kunnen waterinfiltratie of beschadiging van de stenen veroorzaken. Repointing – het vervangen van versleten mortel – is een veelvoorkomende onderhoudsmaatregel om de integriteit en waterdichtheid van het metselwerk te herstellen.

Zie ook: metselwerk, metselwerkverband, repointing.