kabeldiameter

Kabeldiameter is de buitenste diameter van een kabel, gemeten in millimeters. Het omvat doorgaans alle lagen van de kabelconstructie: geleiders, isolatie, eventuele afscherming en de mantel. Deze maat is belangrijk voor montage, installatie en verbindingen, omdat de kabel door conduits, kabelgoten en fittingen moet passen en voldoende ruimte moet bieden voor bending en koppeleffecten.

Kabeldiameter verschilt van geleiderdiameter. De geleiderdiameter verwijst naar de diameter van de draad of draden waaruit de kabel is opgebouwd, terwijl de kabeldiameter de volledige constructie omvat, inclusief alle lagen en mogelijk meerdere aders.

Bereiken en meten: fabrikanten geven de buitenste diameter doorgaans aan in datasheets en productcodes. Voor meetwerk kan men een schuifmaat of microtang gebruiken; voor grotere kabels wordt vaker een hulpmiddel zoals een meetklok gebruikt. Bij RF- en communicatiekabels beïnvloedt de buitenste diameter mede de impedantie en het koppelingsgedrag; bij krachtkabels speelt de diameter samen met isolatiedikte en mantel een rol bij spanning, stroomcapaciteit en buigradius.

Relatie met andere eigenschappen: als de kabel een ronde buitendraad heeft, kan de geleideroppervlakte A_g worden berekend uit de geleiderdiameter d_g via A_g = (pi/4) d_g^2. De totale diameter bepaalt ook de minimale buigstraal die toepassing vereist en de pasvorm in connectoren en klemmen.

Overzicht: kabeldiameter is een fundamentele dimensie voor technische specificaties, installatie en functionele prestaties van kabels. Het varieert sterk per type kabel en wordt altijd samen met andere specificaties, zoals isolatie-, mantel- en aderdiktes, gepresenteerd.