Home

ionisatieenergieën

Ionisatie-energieën zijn de hoeveelheden energie die nodig zijn om elektronen uit atomen te verwijderen. In de literatuur spreekt men meestal over de eerste ionisatie-energie (E1) en de opeenvolgende ionisatie-energieën (E2, E3, …) die nodig zijn om respectievelijk het tweede, derde elektron te verwijderen. Meestal worden ionisatie-energieën uitgedrukt per mol atomen (kJ/mol) of per atoom (eV); 1 eV per atoom komt overeen met ongeveer 96,5 kJ/mol.

Periodieke trends: over een periode nemen ionisatie-energieën doorgaans toe, doordat de kernlading toeneemt zonder een significante

Factoren: de energie van het verwijderde elektron hangt af van de elektronconfiguratie, de subschilerniveaus en de

Meetmethoden en toepassingen: ionisatie-energieën worden gemeten met spectroscopie, met name foto-elektronenspectroscopie. Ze geven inzicht in elektronische

Voorbeelden: waterstof ~1312 kJ/mol; helium ~2372 kJ/mol; natrium ~496 kJ/mol; chlorine ~1251 kJ/mol; neon ~2080 kJ/mol.

toename
van
afschermende
werking;
daalt
men
een
groep
af,
door
grotere
atomische
straal
en
meer
afscherming.
Uitzonderingen
ontstaan
door
elektronconfiguratie,
zoals
bij
Be
en
N,
die
leiden
tot
afwijkingen
van
de
algemene
trend.
afstand
tot
de
kern.
De
effectieve
kernlading
en
de
mate
van
afscherming
bepalen
de
aantrekkingskracht
op
het
elektron.
Grote
sprongen
tussen
opeenvolgende
IE’s
duiden
vaak
op
het
bereiken
van
een
gesloten
elektronenmantel.
structuur
en
chemische
reactiviteit
en
worden
gebruikt
bij
identificatie
van
elementen,
plasmaprocessen,
astrochemie
en
materiaalkunde.