gezinslid

Een gezinslid is een persoon die behoort tot een gezin of huishouden en doorgaans een familieband heeft met de andere leden. Het begrip wordt zowel in informele taal als in officiële contexten gebruikt en kan jonge en oudere generaties omvatten, zoals ouders, kinderen, broers en zussen, grootouders, partners en pleegkinderen die in het gezin wonen. Ook (stief)kinderen en adoptie- of pleegkinderen die deel uitmaken van het gezin vallen onder deze term.

In officiële en administratieve contexten wordt gezinslid vaak gebruikt om rechten en plichten te duiden, bijvoorbeeld bij berekening van toeslagen, fiscale voordelen of zorg- en onderwijsvoorzieningen. Soms gaat het om het begrip “ten laste van het gezin”, wat aangeeft dat een gezinslid afhankelijk is van het gezinsinkomen of de ondersteuning.

Verschil met huisgenoot en verwant: een huisgenoot is iemand die in hetzelfde huis woont, maar niet per se familieband heeft; een gezinslid heeft wel een familie- of versterkte verzorgingsband met de overige leden. De term is daarmee specifieker dan algemeen verwant of familielid, en wordt vaak gebruikt in demografisch, sociaal en juridisch relevante contexten.

Etymologie en vormen: het woord is samengesteld uit gezin en lid, waarbij lid verwijst naar een deelnemer of onderdeel van een groep. Het meervoud is gezinsleden. Enkele verwante termen zijn huishoudlid en familielid, maar die kunnen net iets andere nadrukken hebben afhankelijk van de context.