Home

geslachtscellen

Geslachtscellen, ook wel gameten genoemd, zijn voortplantingscellen die betrokken zijn bij seksuele voortplanting. Bij mensen en andere dieren bestaan ze uit zaadcellen (spermatozoïden) en eicellen (ova). Deze cellen zijn haploïd, wat betekent dat ze de helft van het aantal chromosomen bevatten, zodat bij bevruchting een diploïde kern ontstaat.

Geslachtscellen ontstaan uit kiemcellen in de vroegste embryo’s. In zoogdieren migreren deze kiemcellen naar de gonaden.

Bevruchting en genetische variatie: Een zaadcel dringt de eicel binnen en de kernen versmelten tot een diploïde

Bij
mannen
ontwikkelen
ze
zich
tot
spermatogonia
in
de
testis;
vanaf
de
puberteit
vindt
spermatogenese
plaats
en
produceert
voortdurend
zaadcellen.
Bij
vrouwen
ontwikkelen
primordiale
oocyten
zich
tijdens
de
foetale
ontwikkeling
en
stoppen
in
meiose
I
tot
de
ovulatie.
Meiose
II
voltooit
zich
alleen
bij
bevruchting,
met
als
resultaat
een
rijpe
eicel
en
een
poollichaampje.
zygote.
Doordat
meiose
recombineert
en
chromosomen
onafhankelijk
sorteert,
ontstaat
genetische
variatie
in
nakomelingen.