bijgesproken
Bijgesproken is de past participle van het Nederlandse werkwoord bijspreken. Het duidt meestal op het toevoegen van een opmerking of verduidelijking aan wat eerder is gezegd, of op het toevoegen van iemand of een group in een gesprek. De nuance hangt af van de context: het kan verwijzen naar het aanvullen van een verklaring met een extra punt, of naar het aanspreken of noemen van iemand anders in een discussie.
Etymologie en gebruiksverband: bijspreken bestaat uit het voor-voegsel bij- met spreken en betekent in feite “als
- In een gesprek of debat: iemand voegt een aanvullende opmerking toe, bijvoorbeeld: “Tijdens het gesprek sprak
- In verslaglegging: aanpassingen of aanvullingen worden gedaan aan wat eerder is opgeschreven, bijvoorbeeld notulen of rapporten:
Nauwkeurigheid en verwante termen: bijspreken verschilt van bespreken (een onderwerp behandelen of van gedachten wisselen) en
- Hij heeft tijdens de vergadering nog een punt bijgesproken.