arbeidswoord

Arbeidswoord is een term die in sommige taalkundige en onderwijscontexten wordt gebruikt om een semantisch veld te beschrijven dat te maken heeft met arbeid, werk en beroep. Het gaat daarbij om woorden die in arbeids- en beroepssituaties voorkomen en die taken, gereedschap, functies en arbeidsomstandigheden beschrijven. De term is geen officiële grammaticale categorie; het is eerder een hulpmiddel voor analyse en lesgeven.

Etymologie en status: De samenstelling van arbeid en woord wijst op het onderwerp. In publicaties kan arbeidswoord dienen als label voor verzamelde woordenschat die relevant is voor beroepspraat of arbeidscommunicatie. Het komt voor in sommige handboeken en corpora-analyses, maar het is geen breed aanvaarde term in standaard lexicons.

Typische arbeidswoorden: Voorbeelden zijn werkwoorden zoals werken, installeren, produceren; beroepen zoals monteur, loodgieter; gereedschap en materialen zoals zaag, schroevendraaier; en arbeidsgerelateerde concepten zoals werktijden, loonstrook, arbeidsvoorwaarden. De woorden zijn vaak thematisch verbonden met sectoren als productie, onderhoud, logistiek of klantencontact.

Gebruik en toepassingen: In taalonderwijs en beroepsgerichte leermaterialen kan een lijst arbeidswoorden helpen bij woordenschatverwerving en begrijpend lezen in een arbeidscontext. In corpusonderzoek kunnen arbeidswoorden worden gebruikt om de taal van werk en bedrijfskunde te analyseren en te vergelijken tussen sectoren en regiogebonden varianten.

Zie ook: werkwoord, lexicon, vaktaal, arbeid en opleiding. Hoewel arbeidswoord geen formele categorie is, biedt de term een praktisch kader voor het bestuderen van werkgerelateerde taal.