antidumpingsheffingen

Antidumpingsheffingen zijn douanerechten die een land kan opleggen aan geïmporteerde goederen die onder de normale waarde worden verkocht (dumping). Het doel is schade aan de binnenlandse industrie te voorkomen en oneerlijke concurrentie te corrigeren. Maatregelen zijn meestal product- en landspecifiek en gelden gedurende een vaste termijn, vaak met verlening.

Kader: Het internationale kader bestaat uit WTO-regels voor antidumping. In de Europese Unie voeren de Europese Commissie en de lidstaten antidumpingsonderzoeken uit volgens EU-wetgeving.

Procedure: Een antidumpingsonderzoek kan op verzoek van de binnenlandse industrie of een bevoegde autoriteit starten. Er wordt data verzameld over exportprijs en normale waarde en een dumpingmarge berekend. Ook wordt beoordeeld of de invoer schade berokkent aan de binnenlandse producenten. Bij vastgestelde dumping en schade kunnen voorlopige heffingen worden opgelegd; definitieve heffingen volgen na afronding van het onderzoek. Maatregelen duren meestal vijf jaar en kunnen verlengd worden.

Reikwijdte en effect: De maatregelen zijn specifiek voor bepaalde producten en leveranciers. Ze beogen eerlijkere prijzen te waarborgen, maar kunnen de prijzen voor consumenten beïnvloeden en internationale handel compliceren. Naast antidumping bestaan ook anti-subsidies (countervailing duties) als aanvullend instrument in handelsbescherming.