Overstroombeveiliging

Overstroombeveiliging verwijst naar de maatregelen die een elektrische installatie beschermen tegen te hoge stroom. Het doel is schade aan kabels en apparatuur te voorkomen, brandrisico te verminderen en de veiligheid van gebruikers te waarborgen. De beveiliging bestrijkt overbelasting en kortsluiting en is toegepast in schakelkasten, verdeelinrichtingen en langs individuele circuits.

De belangrijkste elementen zijn fuses en automatische zekeringen (automaten). Zekeringen bevatten een smeltbaar element dat bij overbelasting of kortsluiting doorbrandt en het circuit onderbreekt. Automatische schakelaars (hl vijf) of circuit breakers schieten bij overbelasting of kortsluiting uit en kunnen daarna worden hersteld. Overbelasting verwijst naar langere, matige stroomoverschrijding; kortsluiting is een plotseling, veel hogere stroom die meestal direct moet worden afgekapt. Aardlekbeveiliging, oftewel aardlekschakelaars (RCD), detecteert lekstroom naar de aarde en schakelt de voeding af om elektrocutie en brand te voorkomen.

Bij ontwerp en onderhoud is juiste selecteren en afstemmen essentieel: de gekozen beveiligingswaarde moet passen bij de kabeldoorsnede en het maximale belastingsniveau, met voldoende coördinatie tussen opvolgende beschermers. Installaties dienen volgens geldende normen te worden aangelegd en periodiek te worden gecontroleerd en getest. In Europa is overstroombeveiliging vaak geregeld volgens normen zoals EN 60898-1 en EN 60947-2, aangevuld met nationale voorschriften.