Kopvormen
Kopvormen verwijst naar de variatie in schedelvorm bij mensen en sommige primaten, traditioneel beschreven aan de hand van de verhouding tussen schedellengte en schedelbreedte. De belangrijkste maatstaf is de craniaal index, berekend als (breedte / lengte) × 100, waarbij lengte de maximale schedellengte en breedte de maximale breedte meet. Op basis hiervan worden doorgaans drie hoofdtypes onderscheiden: langhoofdige schedels (dolichocefaal), gemiddeld (mesocefaal) en breedhoofdige schedels (brachycefaal).
De drie hoofdtypes worden vaak als volgt beschreven: langhoofdige schedels vertonen een relatief lange kruin en
Historisch gezien werd kopvormen gebruikt als proxy voor bevolkingsafstamming in raciale typologieën, vooral in de late
In hedendaagse praktijk worden kopvormen vooral descriptief gebruikt in de forensische en archeologische context, als onderdeel