Home

Calciumconcentraties

Calciumconcentraties verwijzen naar de hoeveelheid calcium in een bepaalde ruimte of vloeistof. In de biologie is calcium een cruciale regulator voor botvorming, spierfunctie en neurale signaaltransductie. De concentratie varieert tussen compartimenten zoals bloed, cellen en bot.

In het bloedplasma bedraagt de totale calciumconcentratie normaal ongeveer 2,20–2,60 mmol/L (8,8–10,4 mg/dL). Een deel is

Regulatie gebeurt via parathyroïd hormoon (PTH), calcitonine en actieve vitamine D (calcitriol). PTH verhoogt het serumcalcium

Clinisch gezien zijn afwijkingen in calciumconcentraties belangrijk bij hypo- of hypercalcemie en kunnen ze wijzen op

gebonden
aan
proteïnen
(voornamelijk
albumine)
en
complexen;
een
deel
bestaat
uit
geïoniseerd
Ca2+,
dat
fysiologisch
actief
is
en
doorgaans
1,10–1,30
mmol/L
bedraagt.
Een
lage
albumine
kan
de
totale
calcium
verlagen
zonder
verandering
van
het
geïoniseerde
calcium.
via
botafbraak,
terugresorptie
in
de
nieren
en
stimulatie
van
calcitriol-activatie;
calcitonine
verlaagt
het
calciumniveau;
vitamine
D
vergroot
de
darmabsorptie
van
calcium.
Intracellulair
calcium
is
veel
lager
dan
in
het
plasma,
ongeveer
100
nM
in
het
cytosol,
en
dient
als
signaalmolecule;
calcium
wordt
ook
opgeslagen
in
het
endoplasmatisch
reticulum
en
vrijgegeven
bij
triggers.
aandoeningen
zoals
hyperparathyreoïdie,
maligniteiten
of
nierfunctieproblemen.
Metingen
omvatten
totaal
calcium
en
geïoniseerd
calcium;
interpretatie
hangt
af
van
factoren
zoals
albumine,
pH
en
leeftijd.
Diagnose
en
behandeling
richten
zich
op
het
herstellen
van
calciumhomeostase
en
het
achterhalen
van
de
onderliggende
oorzaak.