Home

Bezoek

Bezoek is een Nederlands zelfstandig naamwoord met meerdere verwante betekenissen. Het kan verwijzen naar de handeling van langsgaan bij iemand of ergens, bijvoorbeeld een vriend bezoeken, of naar de groep mensen die op bezoek is. In niet-formele contexten kan het ook verwijzen naar de bezoekers zelf, als in “het bezoek bleef nog lang zitten.”

Het werkwoord bezoeken vormt de basis van de term en betekent “op bezoek gaan bij iemand of

Verschillende soorten bezoeken komen veel voor in het dagelijks leven en in officiële contexten. Op bezoek

In juridische en administratieve contexten kan bezoek ook specifieke betekenissen hebben. Bezoekrecht verwijst naar het recht

Esthetisch en historisch gebruik toont ook dat staatbezoek een formeel type bezoek is: een reis van een

ergens
zijn.”
De
afgeleide
woorden
omvatten
onder
anderen
bezoeker
(degene
die
op
bezoek
komt),
bezoekers
(meervoud),
en
vaste
samenstellingen
zoals
op
bezoek
gaan,
op
bezoek
komen,
en
het
bijbehorende
voorzetselgebruik.
gaan
bij
familie
of
vrienden
is
gebruikelijk,
en
in
het
professioneel
domein
spreken
mensen
vaak
over
huisbezoeken
en
bedrijfsbezoeken.
In
instellingen
als
ziekenhuizen,
verpleeghuizen
en
gevangenissen
gelden
soms
specifieke
regels
rondom
bewaar,
met
bezoekuren
of
bezoekbewegingen;
het
woord
beantwoordt
ook
aan
termen
als
bezoekuur
(tijdvenster
waarin
bezoekers
welkom
zijn),
en
bezoekadres
(het
adres
waar
bezoekers
naartoe
moeten).
om
iemand
te
bezoeken
in
situaties
zoals
gevangenissen
of
behandelinstellingen.
Een
bezoekverbod
is
een
opgelegd
verbod
om
iemand
te
ontvangen,
vaak
in
een
veiligheids-
of
familierechtelijke
kader.
staatshoofd
naar
een
ander
land.
Het
concept
beoogt
respectievelijk
contact
en
uitwisseling,
variërend
van
informeel
familiebezoek
tot
formele
diplomatie.