Home

uitreis

Uitreis is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat het vertrek van iemand uit een plaats beschrijft, vaak het verlaten van een land of regio om te reizen of te emigreren. Het kan zowel een tijdelijke als een permanente stap betreffen en wordt gebruikt in migratie-, reis- en statistische contexten.

De term is afgeleid van uit (naar buiten) en reis (reis). Het vormt een tegenhanger van inreis

In rapportages en beleidsdiscussies over emigratie en grenscontrole wordt hij regelmatig gebruikt voor het vastleggen van

Zie ook: inreis, emigratie, emigrant, uitreisverbod, reis.

(het
binnenkomen
of
arriveren).
In
combinatie
met
-verbod
wordt
het
ook
juridisch
gebruikt,
bijvoorbeeld
uitreisverbod,
een
maatregel
die
iemand
verhindert
het
land
te
verlaten.
uitstroom.
In
het
dagelijks
taalgebruik
kan
men
spreken
van
een
uitreis
plannen
of
maken.
Het
werkwoord
is
uitreizen
of
vertrekken
met
het
doel
van
emigratie
of
internationaal
reizen.