translucentie

Translucentie is de eigenschap van sommige materialen om licht door te laten, maar zo te verstrooien dat beelden achter het materiaal niet scherp waarneembaar zijn. Het onderscheidt zich van transparantie, waarbij licht vrijwel ongestoord door het materiaal gaat en voorwerpen aan de andere kant duidelijk zichtbaar blijven, en van ondoorzichtigheid, waarbij weinig of geen licht wordt doorgelaten.

De mate van translucentie hangt af van factoren zoals materiaalsoort, dikte en de wijze waarop licht wordt verstrooid en geabsorbeerd. Fysisch gezien ontstaat diffuse transmissie wanneer licht in de stof wordt gebroken en in meerdere richtingen wordt verstrooid. Soms speelt ook subsurface scattering een rol, waarbij licht in de diepte van het materiaal wordt verspreid voordat het naar buiten komt.

Veel voorkomende voorbeelden zijn melkglas, mat papier zoals waspapier, en sommige keramische glazuren. Natuurlijke voorbeelden zijn huid en bladeren, die licht doorlaten maar geen scherp beeld geven. In design en architectuur wordt translucentie gewaardeerd om zacht, diffuus licht en privacy te bevorderen.

Toepassingen omvatten diffuse glasoppervlakken, lampenkappen, wand- en plafondpanelen en kunstwerken. De perceptie van translucentie kan variëren met de kleur en intensiteit van het licht, de dikte van het materiaal en de kijkhoek. Metingen gebruiken vaak diffuse transmissieparameters of visuele evaluatie.