sleufbreedte
Sleufbreedte is de afstand tussen de twee wanden van een sleuf of groef in een onderdeel, gemeten loodrecht op de opening. De maat bepaalt hoeveel ruimte er beschikbaar is voor een object dat door de sleuf moet bewegen of passeren, zoals een pin, een boutkop die door een langsgroef kan verschuiven, of een verplaatsbaar onderdeel. De sleufbreedte staat vaak in samenhang met sleuflengte en sleufdiepte en valt samen met de fabricage- en assemblagetoleranties van het onderdeel. Een te kleine sleuf belemmert installatie of beweging; een te grote sleuf kan leiden tot speling en uitlijningproblemen. Ontwerpers houden rekening met materiaalspeling, productiestoringen en toepassingsomstandigheden om de gewenste passingen te bereiken.
Metingen gebeuren met meetinstrumenten zoals een schuifmaat (caliper), een micrometer, of optische meetapparatuur; voor precisie kan
Toepassingen komen voor in montagegaten met sleuven voor afstelling en uitlijning, bijvoorbeeld voor een bout of
Standen en praktijken rond sleufbreedte variëren per sector, maar volgen doorgaans de generieke principes van passingen