Home

schouderbewegingen

Schouderbewegingen verwijzen naar de bewegingen rondom het schoudergebied en ontstaan door de samenwerking van meerdere gewrichten: het glenohumerale gewricht (schoudergewricht), het scapulothoracale systeem en de aangehechte verbindingen zoals sternoclaviculaire en acromioclaviculaire gewrichten. De belangrijkste bewegingen zijn flexie en extensie, abductie en adductie, en exorotatie en endorotatie van de humerus. Daarnaast beweegt het schouderblad op de borstkas door elevatie en depressie, protractie en retractie, en rotatie omhoog en omlaag.

Bij abductie van de arm tot circa 180 graden werkt het schoudergewricht samen met de scapulothoracale beweging;

Belangrijke spieren zijn de rotatorcuff-spieren (supraspinatus, infraspinatus, teres minor, subscapularis) die stabiliteit leveren; de deltoideus tilt

ongeveer
twee
derde
van
de
beweging
vindt
plaats
in
het
glenohumerale
gewricht
en
een
derde
door
rotatie
van
het
schouderblad
(scapulair
ritme).
Een
goede
coördinatie
tussen
de
twee
systemen
is
essentieel
voor
pijnloze
en
functionele
beweging.
de
arm;
en
de
serratus
anterior
en
trapezius
helpen
bij
scapulair
roteren
en
positioneren.
Aandoeningen
zoals
impingement,
rotatorcuffletsels
of
adhesieve
capsulitis
kunnen
bewegingsvrijheid
en
pijn
beïnvloeden.
Beoordeling
en
oefentherapie
richten
zich
op
het
behoud
of
herstel
van
een
natuurlijke
bewegingsketen
en
spierbalans.