schouderbewegingen
Schouderbewegingen verwijzen naar de bewegingen rondom het schoudergebied en ontstaan door de samenwerking van meerdere gewrichten: het glenohumerale gewricht (schoudergewricht), het scapulothoracale systeem en de aangehechte verbindingen zoals sternoclaviculaire en acromioclaviculaire gewrichten. De belangrijkste bewegingen zijn flexie en extensie, abductie en adductie, en exorotatie en endorotatie van de humerus. Daarnaast beweegt het schouderblad op de borstkas door elevatie en depressie, protractie en retractie, en rotatie omhoog en omlaag.
Bij abductie van de arm tot circa 180 graden werkt het schoudergewricht samen met de scapulothoracale beweging;
Belangrijke spieren zijn de rotatorcuff-spieren (supraspinatus, infraspinatus, teres minor, subscapularis) die stabiliteit leveren; de deltoideus tilt