Home

schijnvermogen

Schijnvermogen, doorgaans aangeduid met S, is in de elektrotechniek de magnitude van de complexe macht in een wisselstroomsysteem. Het vertegenwoordigt de totale belasting die een systeem kan dragen, zonder onderscheid tussen daadwerkelijk geleverde energie en opgeslagen/reactieve energie. In een kring met spanning V en stroom I ontstaat real power P en reactive power Q door de faseafstand φ tussen spanning en stroom: P = VI cos φ en Q = VI sin φ. Het schijnvermogen is S = VI, en de magnitude daarvan is S = sqrt(P^2 + Q^2). De vermogensfactor PF is P/S = cos φ.

Eenheden zijn: P in watt (W), Q in volt-ampère reactief (VAR), en S in volt-ampère (VA). Vaak

Bij driefasige systemen geldt bij een gebalanceerde last: S_total = √3 V_LL I_L = 3 V_Ph I_Ph. Daarbij

Voorbeeld: bij V = 230 V, I = 5 A en cos φ = 0.8 is P = 230×5×0.8 = 920 W,

worden
kVA
gebruikt
voor
grotere
systemen.
geldt
P
=
√3
V_LL
I_L
cos
φ
en
Q
=
√3
V_LL
I_L
sin
φ.
Schijnvermogen
dient
mede
ter
dimensionering
van
onderdelen
zoals
kabels,
transformatoren
en
stroombronnen,
omdat
het
de
maximale
belasting
aangeeft
die
het
systeem
kan
dragen.
Een
lage
vermogensfactor
(klein
cos
φ)
betekent
voor
dezelfde
actieve
productie
grotere
stromen
en
zwaardere
installatie-eisen.
Q
≈
690
VAR,
en
S
≈
1150
VA.
Zo
geeft
S
een
compleet
beeld
van
de
elektrische
belasting,
onafhankelijk
van
hoe
efficiënt
energie
wordt
omgezet.