knoopzekerheid

Knoopzekerheid is de eigenschap van een knoop om gedurende gebruik bij bepaalde omstandigheden vast te blijven zitten en niet ongewenst los te komen. In klimmen, zeilen en industriële touwwerkzaamheden verwijst het naar de betrouwbaarheid van een knoop onder belasting. De knoopzekerheid is afhankelijk van meerdere factoren: het type knoop, de touwsoort en diameter, de stand van het touw (droog versus nat), slijtage en frisheid, de aard van de belasting (statisch of dynamisch), de richting van de last, en de correcte uitvoering van de knoop (proper vouwen, goed aandrukken en voldoende staartlengte).

Sommige knopen zijn onder bepaalde lasten intrinsiek betrouwbaarder dan andere; bovendien kan de knoopzekerheid verbeteren door dressing (het netjes leggen en aandrukken) en het toevoegen van extra bevestiging of een stopper. In de praktijk wordt rekening gehouden met knoopzekerheid bij veiligheidskritische toepassingen door training, inspectie en het gebruik van redundantie, zoals het gebruik van backup-knooppunten of meerdere touwen.

Knoopzekerheid wordt ook getest in laboratoria en veldtesten, waar slip, opening of breuk onder veilige belasting gemeten wordt; de resultaten hangen af van materialen, belading, temperatuur en vochtigheid. Het begrip onderstreept het belang van juiste knoopkeuzes, correcte uitvoering en continue evaluatie van de toestand van het touw.

Zie ook: knopen, touwveiligheid, klimmen, scheepvaart.