kabelinvoeren

Kabelinvoeren is het proces waarbij kabels via een opening, kanaal of invoerpunt in een elektrische of elektronische behuizing worden gebracht. Het doel is om verbindingen te realiseren terwijl kabels beschermd, geordend en veilig blijven. Toepassingsgebieden zijn onder meer woning- en utiliteitsbouw, industrie, netwerkinfrastructuur en machines.

Uitvoering: eerst wordt de route bepaald met aandacht voor buigradius, kabelsoort (krachtkabel, signaalkabel, glasvezel) en de afstand tussen kabels. Kabels worden door conduits, kabelgangen of openingen gevoerd met hulpmiddelen zoals trekdraad of trekveer. Aan openingspunten worden afdichtingen, grommets of invoerunits toegepast zodat vocht en stof buiten blijven en kabels tegen mechanische beschadiging worden beschermd. Bij meerdere kabels kan een invoerblok of kabelklemmen worden gebruikt om orde en spanning te behouden. Invoeren gebeurt bij spanningloos en volgens de randvoorwaarden van de fabrikant en relevante normen.

Veiligheid en normen: kabelinvoeren dient spanningsloos te gebeuren en te voldoen aan geldende normen en voorschriften. Houd rekening met bocht- en buigradien en voorkom beschadiging van de kabels. Voor toepassingen buitenshuis of vochtige omgevingen kan extra bescherming, zoals IP-beoordeling en afdichtingen, vereist zijn. In Nederland komen de relevante eisen vaak uit NEN-normen voor elektrotechnische installaties en Europese normen.

Kabelinvoeren is een fundamenteel onderdeel van installatiebeheer, en vereist juist gekozen materialen, gereedschappen en procedures om betrouwbaarheid en veiligheid te waarborgen.