homomorfismen
Homomorfismen zijn kaarten tussen algebraïsche structuren die de structuur bewaren. Afhankelijk van de structuur zijn er verschillende operaties die bewaard moeten blijven: bij groepen is een homomorfisme f: G → H zodanig dat f(g1 g2) = f(g1) f(g2) voor alle g1, g2 ∈ G; bij ringen verkrijgt men f(a + b) = f(a) + f(b) en f(a b) = f(a) f(b); bij vectorruimten en modules is f een lineaire transformatie, dus f(v+w) = f(v) + f(w) en f(α v) = α f(v). De precieze axioma's hangen af van de gebruikte taal en de aanwezige operaties.
Belangrijke concepten bij homomorfismen zijn de kernel en de afbeelding. De kernel ker f = {g ∈ G
Terminologie: een homomorfisme van een structuur naar zichzelf wordt een endomorfisme genoemd; een automorfisme is een
Voorbeelden: f: Z → Z, f(n) = k n, is een groephomomorfisme van (Z, +); de modulo-kaart f: Z
Toepassingen van homomorfismen liggen in het classificeren van structuren via invariants en quotients, en in het