Home

fermionlijn

In de theoretische fysica, en vooral in Feynman-diagrammen, staat een fermionlijn (fermion line) voor de propagatie van een fermion, zoals een elektron, muon of quark. De lijn is meestal met een pijl aangegeven die de richting van de fermionensterkte (fermion number flow) aangeeft. Open lijnen representeren externe deeltjes (in- of uitgaande fermionen of antifermionen), terwijl gesloten lijnen duiden op fermionloops die in de berekening tot een trace in de gamma-matrices leiden.

In de berekeningen wordt elke fermionlijn gekoppeld aan een propagator. In momentumsruimte is de propagator SF(p) =

Fermionlijnen moeten bij elke interactie de richting van de fermionnummerstroom volgen; bij een vertex moeten de

In theorieën met kleurkracht, zoals QCD, dragen de fermionlijnen ook kleurindices. Fermionlijnen helpen structuur aan te

i
(p-slash
+
m)/(p^2
-
m^2
+
iε).
Een
interne
fermionlijn
levert
een
keten
van
spinorhiërarchieën
op,
terwijl
aan
elke
vertices
gamma-matrices
(en
mogelijk
andere
coupling
factoren)
worden
geplaatst.
Externe
lijnen
krijgen
spinorfactoren
u(p,s)
voor
fermionen
en
v(p,s)
voor
antifermionen.
pijlen
continu
zijn.
Bij
gesloten
fermionloops
levert
de
berekening
een
spoor
van
gamma-matrices
op
en
verschijnt
vaak
een
(-1)
factor
vanwege
de
anticommutatierelaties
voor
fermions.
brengen
in
perturbatieve
berekeningen
en
bieden
intuïtieve
interpretaties
van
interacties
tussen
deeltjes
en
antipartikels.