Home

continuümbenaderingen

Continuümbenaderingen zijn een verzamelnaam voor methoden en denkkaders die verschijnselen beschouwen in termen van een continuüm of spectrum in plaats van discrete categorieën. Het uitgangspunt is dat variatie geleidelijk verloopt en dat grenslijnen tussen categorieën afhankelijk kunnen zijn van perspectief, meetinstrumenten en context.

Belangrijke kenmerken zijn onder meer het vermijden van strikte dichotomieën, het werken met gradaties of schalen,

Toepassingsgebieden zijn onder meer de psychologie en psychiatrie (bijv. afmetingen van symptoombelasting of het autismespectrum als

In de praktijk worden continuümbenaderingen vaak ondersteund door statistische modellen die continu variabele relaties vastleggen, zoals

Voordelen zijn onder meer een fijnmazige beschrijving van variatie, betere afstemming van interventies en beleid, en

en
het
expliciet
modelleren
van
variatie
over
een
continuüm.
Filosofisch
en
methodologisch
benadrukken
ze
dat
personen,
groepen
of
verschijnselen
kunnen
verschillen
in
mate
of
intensiteit,
niet
zomaar
in
“wel
of
niet”.
Methoden
combineren
vaak
kwantitatieve
metingen
langs
een
continue
schaal
met
kwalitatieve
observaties
over
context
en
transitie.
continuum),
onderwijs
en
pedagogiek
(leer-
en
vaardigheidsniveaus
langs
een
continuüm),
gezondheidszorg
(risico-
en
gezondheidsindicatoren),
ecologie
(gradaties
in
habitatkwaliteit
en
soortendiversiteit)
en
sociologie
(continuüm
van
identiteits-
en
integratieniveaus).
regressie-
of
structurele
vergelijkingsmodellen,
en
door
meet-
en
constructietheorieën
zoals
item
response
theory
of
schaalontwerp
dat
variatie
langs
de
as
van
het
continuum
vastlegt.
minder
vertekening
door
onrealistische
dichotomieën.
Nadelen
zijn
onder
andere
hogere
data-eisen,
complexere
interpretatie,
en
de
noodzaak
om
continuums
zorgvuldig
te
definiëren
zodat
ze
niet
arbitrair
worden.