Home

Zonneactiviteit

Zonneactiviteit verwijst naar de variabele activiteit van de zon, met als belangrijkste verschijnselen zonnevlekken, zonnevlammen en coronale massa-ejecties. Zonnevlekken zijn uitpuilingen van magnetische velden op het solare oppervlak en markeren gebieden met verhoogde activiteit. Zonnevlammen zijn plotselinge uitbarstingen van straling en plasma, vaak gevolgd door coronale massa-ejecties (CME’s). Daarnaast stroomt de zon continu de zonnewind uit, een stroom van geladen deeltjes die interactie met de aardmagnetosfeer en ruimteweer veroorzaakt.

De zonneactiviteit wordt gemeten en gevolgd met meerdere indicatoren. Het cyclische patroon heeft een gemiddelde duur

Invloed op de Aarde en technologische systemen kan aanzienlijk zijn: ruimteweeractiviteiten kunnen satellietoperaties verstoren, radiocommunicatie en

Oorzaken en geschiedenis: zonneactiviteit ontstaat door een magnetohydrodynamisch dynamo-proces in de convectieve zone van de zon,

van
circa
11
jaar,
met
perioden
van
maximum
en
minimum.
Belangrijke
maatstaven
zijn
zonnevlekgetal
(Wolf-getal)
en
de
radioflux
bij
10,7
cm
(F10.7-index).
Ruimtewaarnemingen
komen
van
instrumenten
aan
boord
van
satellieten
zoals
SOHO
en
SDO,
en
de
zonnewind
en
CMEs
worden
vervolgd
door
metingen
nabij
de
Aarde.
Geomagnetische
activiteit
op
aarde
wordt
samengevat
met
indices
zoals
Kp
en
Dst.
GPS
beïnvloeden
en
bij
sterke
geomagnetische
stormen
schade
veroorzaken
aan
elektriciteitsnetten.
Bij
hoge
activiteit
zijn
aurora’s
vaker
waarneembaar
en
leveren
zij
zichtbare
signalen
van
de
onderlinge
rede
van
de
ruimteomgeving.
waarbij
differential
rotatie
en
convectie
sterke
magnetische
velden
opbouwen
en
loslaten.
De
variatie
wordt
waargenomen
in
een
lange
geschiedenis,
waaronder
perioden
van
lage
activiteit
zoals
het
Maunder-minimum
in
de
17e
eeuw.
Moderne
waarnemingen
combineren
aardgebonden
observaties
met
ruimte-observatoria.