Uitdunningswerk

Uitdunningswerk is een vorm van bosbeheer waarbij een deel van de bomen in een stand wordt verwijderd om de groei en gezondheid van de overblijvende bomen te verbeteren. Het is gericht op het optimaliseren van toekomstige houtopbrengst, bosstructuur en biodiversiteit, zonder de stand volledig te verwijderen. Uitdunning onderscheidt zich van kap en herinrichting doordat de verwijdering selectief gebeurt en gericht is op kwaliteitsverbetering en groei.

Doelen van uitdunning zijn onder meer het vergroten van de groeisnelheid en kwaliteit van de overblijvende bomen, het verbeteren van lichttoetreding en kruinontwikkeling, het verlagen van concurrentiedruk op water-, nutriënt- en lichtgebied, het verkleinen van risico’s op storm- en ziektegevaar, en het bevorderen van een robuuste bosstructuur en biodiversiteit. Het plan wordt meestal vastgelegd in een bosbeheerplan en afgestemd op de gewenste eindstand.

Vormen en benaderingen van uitdunning variëren afhankelijk van doel en stand. Bij laagverdunning worden vooral zwakkere of sterk concurrerende bomen verwijderd om de groei van de betere bomen te stimuleren. Bij kroonverdunning worden selecties gemaakt in de kroonlagen om meer licht in de onderliggende kruinen te brengen en de boomvorm te verbeteren. Ook selectieve verdunning voor kwaliteitsverbetering of aanpassingen aan rijopbouw komen voor, evenals verdunning langs rijen in geplant bos.

Uitvoering vindt plaats volgens markeringen en planning, met gebruik van zagen en bosbouwmachines of handwerk. Belangrijke aandachtspunten zijn bodemveiligheid, minimale schade aan resterende bomen, en behoud van belangrijke natuurwaarden. Na verloop van tijd kunnen vervolgwerkzaamheden nodig zijn om verdere optimum te bereiken.