Polyurethaaninjecties

Polyurethaaninjecties betreffen methoden waarbij vloeibare of halfvaste polyurethaanhars of polyurethaan schuim onder gecontroleerde druk in scheuren en holtes van bouwmaterialen, meestal beton, worden geïnjecteerd. Het geïnjecteerde materiaal polymeriseert ter plaatse en vormt zo een afdichtende en/of structurele verbinding.

Bij harsinjecties is de vloeibare hars vaak laag visceus zodat hij langs de scheur en in poriën trekt voordat hij uithardt tot een harde of flexibele kunststof. Bij schuiminjecties reageert het polyurethaan met vocht in de constructie en zet het uit tot expansief schuim, waardoor ook bredere defecten kunnen worden opgevuld en drukverzwaring ontstaat.

Toepassingen zijn onder meer het dichten van scheuren in beton om waterdichtheid te herstellen, het stabiliseren van scheurvorming rondom funderingen, lekkages in tunnels, dammen en bruggen, en het herstellen van verloren draagvermogen zonder ingrijpende reconstructie. Het wordt ook toegepast bij verbetering van waterdichtheid van diverse constructies.

De uitvoering vereist voorbereiding, inspectie van het defect, reiniging en voorbehandeling, plaatsing van injectiepunten en uitvoering met twee-componenten systemen of injectieschuim. Materialen hebben vaak hoge hechting aan beton en een snelle uitharding. Prestaties hangen af van porositeit, vochtigheid en scheurbreedte.

Veiligheid en milieu omvatten bescherming tegen isocyanaten, adequate ventilatie en correcte afvalverwerking. Polyurethaaninjecties bieden een oplossing voor structurele problemen met minder invasieve ingrepen, maar vereisen gekwalificeerde uitvoering.