Home

voorlopen

Voorlopen is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis om vooruit te lopen ten opzichte van anderen, oftewel de leiding te nemen. Het duidt aan dat iemand of iets in een competitie, in toezicht of in vergelijking voor ligt. Het kan zowel letterlijk betekenen dat men vóór anderen loopt als figuurlijk: iemand loopt voorop in ontwikkelingen of in de tijdlijn van een project.

In gebruik komen verschillende betekenissen en uitdrukkingen voor. In sport en competitie spreekt men vaak over

Zie ook voorsprong (lead), voorloper (forerunner) en oplopen (to catch up). Voorlopen is afgeleid van voor- (in

het
feit
dat
een
atleet
of
team
“vooroploopt”
of
“vooroploopt
op
de
rest”.
In
zakelijke
of
economische
context
kan
men
zeggen
dat
een
bedrijf
“voorloopt
op
de
concurrentie”
of
dat
het
tempo
“voorloopt
op
de
markt”.
Ook
in
tijd-
of
planningscontext
kan
men
spreken
van
“voorop
lopen
in
de
planning”
of
“de
planning
loopt
voor
op
schema”.
Het
werkwoord
is
separabel:
in
veel
gevallen
wordt
gezegd
dat
iemand
“vooroploopt”
of
“lopen
voorop”.
In
samengestelde
tijden
kan
men
de
voltooide
tijd
plaatsen
als:
“de
koplopers
zijn
vooropgelopen”.
front)
en
lopen
(to
run),
en
er
bestaan
nuancerelaties
met
vergelijkbare
uitdrukkingen
zoals
“voorop
lopen”
en
“een
voorsprong
hebben”.