verbruiken

Verbruiken is een Nederlands werkwoord dat betekent: iets gebruiken totdat het op is, of het gebruik van middelen of goederen in bredere zin. Het verwijst vaak naar het vergaan of uitputten van hulpbronnen zoals energie, water of voedsel, maar kan ook slaan op het gebruik van materialen, producten of grondstoffen. De vervoeging volgt een regelmatige patroon: ik verbruik, jij verbruikt, hij verbruikt, wij verbruiken, jullie verbruiken, zij verbruiken; verbruikte in de verleden tijd en verbruikt als voltooide deelwoord.

Het werkwoord heeft ook een bijbehorende zelfstandig naamwoord: het verbruik. Dit verwijst naar de hoeveelheid die is gebruikt of de handeling zelf. In combinatie met een specifiek middel spreekt men vaak van het energieverbruik, waterverbruik of voedselverbruik. De term wordt veel gebruikt in statistiek, beleid en bedrijfsrapportages, bijvoorbeeld bij het analyseren van het energieverbruik van huishoudens of het verbruik van grondstoffen in de productie.

In vergelijking met consumptie heeft verbruik een nauwkeurigere focus op het daadwerkelijke gebruik van middelen. Consumptie kan ook verwijzen naar de handel in en het consumeren van goederen, als onderdeel van economische activiteiten. In statistische contexten wordt onderscheid gemaakt tussen verbruik (het gebruik van resources) en consumptie (de uiteindelijke besteding of uitgaven door consumenten). Verbruiken kan ook leiden tot discussies over efficiëntie, verspilling en duurzaamheidsdoelstellingen, aangezien verkleining van verbruik vaak een beoogd beleidsresultaat is.