seizoenspaletten

Seizoenspaletten zijn verzamelingen kleuren die met een bepaald seizoen worden geassocieerd en dienen als leidraad bij het kiezen van kleuren in ontwerp, mode, interieur en branding. Ze hangen samen met kleurentheorie en worden gebruikt om visuele harmonie te bereiken door kleuren af te stemmen op de sfeer en kenmerken van een seizoen.

Een seizoenspalette is doorgaans onderverdeeld in vier categorieën: lente, zomer, herfst en winter. De palettes onderscheiden zich door temperatuur (warm versus koel), zuiverheid (helder versus zacht) en helderheid (licht versus donker). In de praktijk betekent dit dat lentetinten licht en warm zijn met een frisse, heldere uitstraling; zomertinten koel en zacht; herfsttinten warm en aards met rijkere, verzadigde tonen; en wintertinten koel en diep met sterke, contrastrijke kleuren.

Voorbeelden van typische kleuren per seizoen zijn onder meer:

- Lente: mintgroen, koraal, citroengeel, perzik.

- Zomer: lavendel, roze, zacht blauw, zeegroen.

- Herfst: roest, olijf, mosterd, brickrood.

- Winter: dieppaars, marine, smaragdgroen, koolzwart.

Toepassingen van seizoenspaletten komen veel voor in de mode- en interieurwereld, maar ook in grafisch ontwerp en branding. Ze helpen bij het creëren van samenhangende campagnes, het kiezen van combinaties voor kleding en accessoires, of het stylen van ruimtes. De methode heeft historische wortels in kleurenleer en is door de jaren heen verder ontwikkeld; moderne toepassingen houden rekening met individuele voorkeuren en trends, naast algemene seizoensassociaties.