formateren

Formateren is het proces waarmee een opslagmedium, zoals een harde schijf, SSD of USB-stick, wordt klaargemaakt voor gebruik door een besturingssysteem. Het omvat doorgaans het wissen van bestaande gegevens en het aanmaken van een nieuw bestandssysteem, zodat bestanden kunnen worden opgeslagen en beheerd. Bij moderne schijven is er meestal geen gebruikersmatige laag-niveau formattering meer; formattering richt zich op het opzetten van de logische structuur die nodig is voor opslag.

Er zijn verschillende bestandssystemen, afhankelijk van het besturingssysteem en het apparaat. Voorbeelden zijn FAT32, exFAT, NTFS, ext4 en APFS. De keuze beïnvloedt hoe bestanden worden georganiseerd, welke maximale bestandsgrootte er is en hoe data worden beveiligd en hersteld.

Tijdens het formatteren kiest men doorgaans tussen een snelformatering en een volledige formatting. Snelformateren verwijdert doorgaans alleen verwijzingen naar bestanden en laat ruimte mogelijk herbruikbaar; een volledige formattering voert vaak een grondigere controle uit en overschrijft data. Het formatteren resulteert in een schone structuur (bijvoorbeeld een nieuw FAT-, NTFS-, ext4- of APFS-volume) en enkele basisparameters zoals een volume-etiket.

Formatteren kan ook verwijzen naar het opmaken van tekst. Tekst formatteren omvat het toepassen van stijlen zoals vet, cursief, onderlijnen, lettertypen, marges en alineastijlen. In tekstverwerkers en markuptalen (bijv. HTML of Markdown) ontstaat zo de gewenste lay-out en structuur.

Veiligheid en gegevensbeveiliging: formatteren verwijdert doorgaans verwijzingen naar bestanden, maar is geen gegarandeerde verwijdering van alle gegevens. Voor zeer gevoelige informatie kunt u kiezen voor een beveiligde wis- of schijfterging of voor versleuteling; bij fysieke verwijdering is vernietiging aanbevolen.