bijeenhouden

Bijeenhouden is a Dutch verb meaning to keep something or someone together, typically to maintain the unity or cohesion of a group, or less commonly, to assemble people for a meeting. The term is most often used in contexts where continuity and solidarity are emphasized, such as in politics, organizations, clubs, or families.

In use, bijeenhouden focuses on maintaining cohesion rather than the act of gathering itself. For the act of bringing people together, Dutch more often uses bijeenbrengen or bijeenroepen. Bijeenhouden can describe keeping a group from dispersing during conflict or disagreement, or sustaining a coalition, club, or class over time.

Form and grammar: bijeenhouden is a separable verb built from bij-, a particle meaning “together,” and houden, “to hold.” In present tense you say bijvoorbeeld: hij houdt de groep bijeen. In past tense: hij hield de groep bijeen (plural: ze hielden de groep bijeen). In perfect tense: hij heeft de groep bijeengehouden. The past participle is bijeengehouden, and in sentences with a finite auxiliary, the prefix bij- can appear split from houden in simple tenses but remains in the participle in compound tenses.

Examples:

- De voorzitter probeert de partij bijeen te houden ondanks de tegenstellingen.

- De familie hield zich tijdens de crisis bijeen.

- Het bestuur ziet erop toe dat de schoolgemeenschap bijeen blijft.

Synoniemen en verwante termen omvatten samenbrengen, verenigen, en bijeenbrengen. Bijeenhouden is daarmee vooral gericht op continuï teit en wederzijdse binding binnen een groep.