serverlesscomponenten

Serverlesscomponenten zijn herbruikbare bouwstenen voor serverloze applicaties. Ze bundelen infrastructuur, configuratie en runtime-logica in een zelfstandige eenheid die in meerdere projecten kan worden toegepast. Een component bepaalt welke resources nodig zijn (functies, API's, databases, berichtenverkeer), welke inputs hij vereist (omgevingsvariabelen, regio’s, namen) en welke outputs hij oplevert.

Een component wordt declaratief beschreven, vaak in YAML of JSON, en kan afhankelijkheden hebben van andere componenten. Componenten kunnen worden gepubliceerd in een component-registry en via een CLI of integratie in projecten worden geïnstalleerd en geconfigureerd met inputwaarden. Bij deployment worden cloudresourcen gecreëerd volgens de specificaties van de component.

Voordelen: versnellen van ontwikkeling door kant-en-klare bouwstenen, betere consistentie en naleving van best practices, minder duplicatie en minder foutgevoelige configureerwerk, eenvoudiger upgrades via versiebeheer.

Nadelen: afhankelijkheid van een actief registry en ecosysteem kan leiden tot lock-in; niet alle use-cases passen in een generieke component; vereist governance en documentatie om hergebruik betrouwbaar te houden.

Toepassingsgebieden: snelle API-backends, event-driven taken, data-pijplijnen, integraties met SaaS-diensten, beveiliging en observability-voorzieningen.

Relatie met andere concepten: biedt een compositorische aanpak naast traditionele Infrastructure as Code (Terraform, CloudFormation) en Function as a Service. Componenten kunnen fungeren als een bovenliggende laag of als een uitbreiding op bestaande IaC-werkstromen; het ecosysteem wordt ondersteund door de Serverless Framework-gemeenschap en leveranciers.