huishoudensniveau

Huishoudensniveau is een concept in statistiek en beleidsanalyse waarbij het huishouden als eenheden wordt beschouwd. Gegevens en analyses op dit niveau richten zich op kenmerken en uitkomsten die het hele huishouden betreffen, zoals gezinsamenstelling, inkomen, uitgaven, woning en toegang tot diensten.

Toepassingsgebieden van het huishoudeniveau zijn onder meer armoede- en inkomensbeleid, consumptieonderzoek, woning- en energiekosten, huisvesting en gezondheidszorgtoegang. In sommige studies wordt ook gekeken naar hoe de omgeving en beslissingen binnen een huishouden gezamenlijke uitkomsten beïnvloeden, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid of milieu.

Dataverzameling en analyse gebeuren vaak via nationale of internationale huishoudelijke enquêtes, waarbij het huishouden de primaire analyteeenheid is. Respondenten rapporteren kenmerken en uitgaven voor het hele huishouden of voor de huishoudelijke inrichting. Analytisch komen methoden voor als aggregatie van huishoudelijke data, per-huishouden uitgavenmodellen en multilevel analyses die variatie tussen en binnen huishoudens verklaren.

Voordelen van het huishoudensniveau zijn onder meer het beter kunnen verklaren van gezamenlijke beslissingen, gezinsinkomens en gezamenlijke uitgaven, en het afvangen van effecten van factoren die op huishoudenniveau opereren. Nadelen zijn onder meer de mogelijkheid om intra-huishoudelijke ongelijkheid te verbergen, en afhankelijkheid van correcte toewijzing van uitgaven en bezittingen aan het huishouden. Verder kunnen response-bias en verschillen in wie als hoofdhuishouden optreedt de interpretatie beïnvloeden.

Het concept staat vaak in relatie tot het individuele niveau en multilevel benaderingen, die data op verschillende niveaus combineren om een vollediger beeld te geven van maatschappelijke en economische vraagstukken.