Home

acteert

Acteert is the third-person singular present tense form of the Dutch verb acteren, meaning to act or to perform as an actor. In theatre and film, acteren describes portraying a character, delivering lines, and using expressive gesture. The form acteert is used with the subject he, she, or it.

Etymology: The verb acteren derives from the French acteur (actor) and the Latin word actor, developed through

Usage: Acteren emphasizes the craft of performing and portraying, rather than mere depiction. It is often used

Conjugation (key forms): Present: ik acteer, jij acteert, hij/zij/het acteert, wij acteren, jullie acteren, zij acteren.

Examples: Hij acteert in een nieuwe film en kreeg lovende kritieken. Zij acteert in het theater en

See also: Dutch verbs, acteren, toneel, film en televisie.

Dutch
usage.
Over
time
it
came
to
denote
performing
in
a
play,
film,
or
television,
as
well
as
adopting
a
role
during
a
performance.
in
professional
contexts
and
discussions
about
an
actor’s
skill,
and
it
can
be
contrasted
with
the
more
general
term
spelen,
which
simply
means
to
play
or
act
in
a
broad
sense.
Past
imperfect:
ik
acteerde,
jij
acteerde,
hij
acteerde,
wij
acteerden,
jullie
acteerden,
zij
acteerden.
Present
perfect:
ik
heb
geacteerd,
jij
hebt
geacteerd,
hij
heeft
geacteerd,
wij
hebben
geacteerd,
jullie
hebben
geacteerd,
zij
hebben
geacteerd.
brengt
haar
rol
overtuigend
over
op
het
publiek.