Home

Nietoriënteerbaar

Nietoriënteerbaar is een eigenschap van bepaalde topologische ruimten of differentiaal-variëteiten: er bestaat geen globale oriëntatie over het gehele object. In een ruimte met een globale oriëntatie kan men langs elk punt een consistente keuze maken van wat bijvoorbeeld ‘wikkelen’ of ‘links versus rechts’ betekent; bij niet-orientabele ruimten lukt zo’n consistente keuze niet, omdat langs sommige lussen de lokale oriëntatie wordt omgekeerd.

Voorbeelden van niet-orientabele ruimten zijn onder andere de Möbiusband (een band met één rand), de Kleinbottel

In twee dimensies zijn compacte, samenhangende niet-orientabele oppervlakken samengesteld uit verbonden sommen van RP^2. Het aantal

Een belangrijk begrip is de orientatie-dubbelbedekking: elke niet-orientabele variëteit heeft een tweeledige bedekking die orientabel is.

Eigenschappen en implicaties: niet-orientabele variëten kunnen geen globale volume-formen hebben; voor analyse en integratie zijn vaak

en
het
reële
projectieve
vlak
RP^2.
De
Möbiusband
is
niet-orientabel
maar
heeft
een
rand;
de
Kleinbottel
en
RP^2
zijn
gesloten
ruimten
zonder
rand.
RP^2-samenvoegingen
noemt
men
de
niet-orientabele
genus.
De
Euler-karakteristiek
van
zo’n
oppervlak
is
chi
=
2
−
k,
waarbij
k
het
niet-orientabele
genus
is.
Zo
heeft
RP^2
chi
=
1
(k
=
1)
en
de
Kleinbottel
chi
=
0
(k
=
2).
Dit
koppelt
niet-orientabiliteit
aan
een
groter
orientabel
dekoppervlak.
alternatieve
benaderingen
nodig,
bijvoorbeeld
via
densities.
In
de
wiskunde
biedt
niet-orientabiliteit
inzicht
in
de
globale
structuur
van
ruimten
en
hun
topologische
classificatie.