nodigen

Nodigen is a Dutch verb meaning to invite someone to attend an event or come to a place. It is used transitively with a direct object (for example iemand) and can be paired with prepositional phrases such as “voor een feestje” or “naar het diner.” In everyday language, the related verb uitnodigen is commonly used as well; uitnodigen is the standard one-word form meaning to invite someone to an event or gathering, while nodigen uit is a frequently used two-word variant.

Conjugation and usage

In present tense, the forms are: ik nodig uit; jij nodigt uit; hij/zij/het nodigt uit; wij nodigen uit; jullie nodigen uit; zij nodigen uit. When specifying the person, you can say bijvoorbeeld “Ik nodig je uit” or “Jij nodigt hem uit.” The verb can take a direct object (iemand) and a prepositional phrase such as “voor” or “naar” an event: “Wij nodigen je uit voor het diner.”

Tenses and related forms

The past tense is expressed as: ik nodigde uit; jij nodigde uit; hij/zij/het nodigde uit; wij nodigden uit; jullie nodigden uit; zij nodigden uit. The past participle is uitgenodigd, used with have/has in the present perfect: “Ik heb je uitgenodigd.” The noun form is uitnodiging, meaning an invitation; the term genodigde (the invited person) is used in some contexts, but uitnodiging is standard for the act of inviting.

Notes

Nodigen/uitnodigen are common in both formal and informal Dutch. Uitnodiging (invitation) is the standard noun, while genodigd(en) refers to invited persons in more formal or historical usage. The choice between nodigen uit and uitnodigen often depends on style and context, but both convey the act of inviting someone to participate or attend.