Overblijven

Overblijven is a Dutch verb meaning to remain or to be left over after a process, event, or time has passed. It is used for physical leftovers, such as food, but also for things or people that stay behind. In school contexts the term can refer to a period after regular lessons when students remain at school under supervision, for example to complete work or wait for a guardian.

Etymologically, overblijven combines the prefix over- with blijven (to stay), indicating that something remains beyond what was expected or needed.

Common uses include:

- Food leftovers: Er blijft wat eten over. Er is nog wat over.

- Staying after school: Het overblijven duurt tot vijf uur. In dit context it denotes the arranged time or supervision period.

Grammatical notes:

- Present tense: ik blijf over, jij blijft over, hij/zij blijft over; wij blijven over, jullie blijven over, zij blijven over.

- Past tense: ik bleef over, wij bleven over.

- Perfect tense: er is/is er geweest; in meeste gevallen wordt gezegd: het eten is overgebleven of er is wat overgebleven, met zijn als hulpwerkwoord.

Synoniemen en verwante termen zijn onder meer restjes, overgebleven voedsel, en restanten. Het woord overblijven kan in specifieke zinsconstructies ambigu zijn tussen “blijven achter” en “overblijven als voedsel”; context bepaalt de juiste betekenis.

Zie ook: leftovers, restjes, restant, overblijfsel.